De tweede reis naar Londen in 2024 hebben we de aak, onder ruige omstandigheden, veel beter leren kennen. Harde wind en hoge golven maakten deze reis weer uniek en zeer leerzaam. De aak heeft zich ook met harde wind fantastisch gedragen en met haar robuuste bouw en zeewaardig ontwerp heeft ze alle opvarenden liefdevol omarmd. Hieronder verslag van deze tweede heenreis van 18 tot 24 augustus.

De crew op de foto van links naar rechts: Vooraan: Johannes Hobma (wachtleider), Gryt Piso (crew) en Maarten Stuurman (schipper). Midden: Frank Ratelband (wachtleider) en Marijke van den Esschert (crew). Achteraan: Klaas Smit (OBR), Sjouke Miedema (crew), Judith Kaspersma (aakschipper nazaat), Maarten Onneweer (crew), Harry Engelsman (crew) en Margriet Nieveen (aakschipper nazaat).

Zondag 18 augustus komen in de tuin van Pier weer heel wat vrienden en familie ons uitzwaaien. We varen deze reis met 11 bemanningsleden. De aak is afgeladen met boodschappen, Richard van Plus Gerritsma geeft ons nog wat hartversterkers mee, waar we uiteraard heel dankbaar voor zijn. Om 13:00 uur gooien we de trossen los en varen we op de motor de Syl uit. Op het Heegermeer staat geheel geen wind dus we stomen op richting Stavoren. Enkele volgschepen varen nog een stukje mee, we zwaaien ze nog na en dan zijn we op onszelf aangewezen.

De sluis van Stavoren gaat open als we eraan komen, we kunnen meteen invaren. Op de sluis staan Rixt en Joke ons op te wachten. Ze zijn vrijwilliger bij het IFKS, maar door gebrek aan wind is er voor hun nog weinig te doen. Rixt maakt nog een paar mooie plaatjes als we de sluis invaren.

Er wordt een toenemende noordwestenwind voorspeld, dus we gaan net als de vorige reis via Enkhuizen en Durgerdam door het Noordzeekanaal. Buiten Stavoren staat al een beetje wind uit het noordwesten dus de zeilen gaan omhoog, de halfwinder van Johannes zal ons de eerste mijlen over de Zuiderzee sleuren.

Na de sluis van het Krabbersgat, rond 18:00 uur, nemen we alle veiligheidsregels door en worden de zwemvesten op naam uitgegeven. Elk zwemvest heeft weer een Ocean Signal PLB3, een noodbaken dat via AIS en satelliet na activering noodsignalen en de GPS-positie uitzendt, waardoor de kans om gevonden te worden na overboord te zijn geslagen heel sterk wordt vergroot. Een welkome aanvulling op de veiligheid, samen met een Epirb ter beschikking gesteld door Jugo Baya en Carla Hogeweg van Shiptron uit Enkhuizen.

We hijsen de zeilen weer en met een mooi gangetje zetten we koers naar het Paard van Marken. Als we om 21:00 uur in de schemering het Paard van Marken passeren starten we met wachtlopen, ‘s nachts 3 uur op 3 uur af, overdag 4 uur op 4 uur af. De ingang van het IJ is krap bezeild. Rond middernacht komen we aan bij de Schellingwouderbrug. De Oranjesluizen blijken voor recreatie gestremd van 22:00 uur tot 06:00 uur. We melden ons met het ENI-nummer van de aak, afmetingen en aantal opvarenden. De sluismeester is ons gewillig en samen met een “rijnreis glaspaleis” gaan we door de grote sluis. We varen het IJ op en stomen langs het Centraal Station en alle nieuwbouw van Amsterdam Noord. De verlichte stad ziet er mooi uit vanaf het water.

Zonder vertraging varen we het Noordzeekanaal door en rond 04:00 uur worden we via de grote zuidersluis naar buiten geschut.

Maandagochtend 19 augustus: Rond 04:30 uur zetten we zeil binnen de pieren van IJmuiden en wenden we de boeg naar het westen. De zee is nog rustig, met de motor bij motorzeilen we tussen binnenkomende scheepvaart en een baggerschip door en langs het Amalia windpark komen we op volle zee.

De windverwachting is vrij fors. Toenemende wind uit ZZW van 25 tot 30 knopen (6-7 Bft), voor dinsdagavond ruimende westenwind die later weer zal toenemen en waarschijnlijk nog wat harder kan worden, bepalen ons plan. Bij wisseling van de wacht om 09:00 uur ‘s ochtends vieren we de verjaardag van onze schipper. Met een mooi gedicht en door dochter Emma zelf gebakken heerlijke boterkoek zeilen we de nieuwe dag in.

We hopen Lowestoft aan te kunnen lopen om van daaruit te bezien hoe we verdergaan. Als de wind later gaat ruimen zullen we dan een mooie slag kunnen maken en daarmee kunnen we ook beschut onder de kust aan hogerwal verder varen. Gedurende de dag neemt de wind geleidelijk aan toe, de motor kan gauw uit en aan de wind zeilen we de shipping lanes over met koers Lowestoft. Na het avondeten maken we het tuig kleiner en met 2 reven en de kleine kluiver maken we ons klaar voor de nacht. Als de zon achter de horizon zakt staat er een stijve bries (6 Bft) en de vlagen zetten af en toe stevig door. Rond middernacht zijn we nog zo’n 30 mijl van de banken voor Lowestoft verwijderd (de Holm Sands en Corton Sands).

Dinsdag 20 augustus: We zeilen onder de volle maan over de inmiddels meer dan 3 meter hoge golven en verbazen ons over hoe mooi de aak de golven neemt zo aan de wind. De koppen op de golven komen als witte paarden aanrennen, een adembenemend gezicht! De meeste golven glijdt onze aak machtig overheen zonder bruuske bewegingen. Als we af en toe wat door een golf opzij worden weggezet komt het water schuimend de spuigaten binnenlopen en loopt er netjes weer uit. Eén keer valt, bij een flinke schuiver, een golf aan lij net over het potdeksel aan dek en dan zijn we blij dat de luiken zijn gezekerd. Verder blijft het zo goed als droog aan dek, op een enkele roller na die tegen de huid klapt komt er zo goed als geen buiswater aan dek.

De wind is nu de hele tijd rond ZZW 7 Bft en we maken goede voortgang. Om 02:00 uur zijn we nog 8 mijl verwijderd van de South Corton boei, de ingang van het kanaal tussen de Holm Sands en Corton Sands naar Great Yarmouth. De stroom begint alleen te kenteren en het Corton Channel ligt tussen banken waarop nu grondzeeën zullen staan. In het donker kan je de grondzeeën slecht zien en inschatten, dus dan wil je daar niet zijn. Veiligheid gaat voor alles dus we besluiten de koers te verleggen naar noordwest om 8 mijl noordelijker, vanuit de luwte van de banken, de Caister Road in te kunnen varen. Uiteindelijk is dat wel zo’n 14 mijl om, maar dat nemen we voor lief.

Als we rond 03:00 uur boven Corton Sand zijn komen we gauw in de luwte en gaan de golven over in deining en uiteindelijk tuigen we af. De Caister Road is stik in de wind en met stroom tegen varen we op de motor tussen de banken en de hogerwal van Great Yarmouth door naar Lowestoft. Rond 06:30 uur Engelse tijd (GMT +1) meren we uiteindelijk af aan een ponton voor historische schepen in de kom van de Royal Norfolk en Suffolk Yachtclub, waar het lekker douchen is! Nieuwe weerberichten geven sterk afnemende en naar west ruimende wind. Later in de avond zal deze weer toenemen en mogelijk wat krimpen, dus we besluiten een pauze van een uur of 12 in te lassen in Lowestoft.

We hebben nieuwe grenzen verkend met de aak. Met 7 Bft op volle zee gedraagt ze zich prachtig en hebben we geen enkel moment het gevoel dat we haar niet meer in de hand zouden hebben. Wat is het toch mooi dit te mogen ervaren!

Dinsdag 20 augustus (vervolg): In Lowestoft kunnen we even bijkomen, douchen en goed eten voordat we langs de kust doorvaren op weg naar de Theemsmonding. We zijn blij dat we volgens plan in één keer hebben doorgezet vanuit Heeg naar Lowestoft. Langs de kust omlaag met westenwind en is nu ook bij harde wind prima te doen.

Om van de westenwind zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken gooien we rond 18:00 uur los en moeten even wachten op een supplier die door de brug komt. Die zuigt als hij langsvaart zo in de havenkom dat we de aak even niet meer in de macht hebben en de vlaggenstok niet kunnen redden van een dukdalf zonder dat we op een paar jachten zouden drijven. Jammer, maar het is even niet anders…

Als we buiten zijn is het rustig weer, de beloofde westenwind is er en die zal in de avond weer toenemen. We nemen ruim de tijd om de zeilen te zetten. Wiebe Mulder zei in een interview dat het geheel zeilree komen ongeveer een uur tijd kostte, Johannes maakt er een uitgebreide oefening van met het team en na anderhalf uur hebben we alles erop staan zoals we het graag hebben en zeilen we met een rifje in het grootzeil, de fok en grote kluiver de zonsondergang tegemoet.

Met stroom mee en toenemende wind lopen we als het donker wordt af en toe meer dan 10 knopen over de grond. De wind neemt steeds verder toe en voordat de nacht echt invalt besluiten we het grootzeil dicht te reven en de kluiver te wisselen. We komen ook weer steeds meer in open water dus de golven nemen aardig toe. Het is rond 23:15 uur als we Johannes erbij roepen die net iets meer dan een uur ligt te slapen. Hij moet van ver komen, het voelt rot om hem te moeten wekken, maar grote zeilwisselingen doen we met voldoende bemanning aan dek. De kluiver wisselen gaat niet helemaal lekker en in de tussentijd neemt de wind fors toe. We besluiten de kleine kluiver te laten voor wat het is omdat we al vlakbij de grote shipping lane zijn die we over moeten steken. We zeilen vlak bij The Sunk langs, het grote scheepvaart knooppunt voor Londen en Felixstowe. Vijf hoofdvaarroutes komen hier bij elkaar en de diepwaterroute uit Londen en Felixstowe moeten we hier oversteken.

Woensdag 21 augustus: Het is 00:00 uur, we volgen de aanbevolen route voor kleine scheepvaart, zeilen de shipping lane in bij de Storm Buoy, hoe toepasselijk is dat, het waait weer stevig door, inmiddels west 6-7 Bft… Halve wind, met de fok en het grootzeil met 2 reven, lopen we nog zo’n 5-6 knopen en is de aak goed bestuurbaar. Hoger aan de wind zou ze zonder kluiver erg loefgierig worden, maar halve wind kunnen we haar zo goed houden. Zonder kluiver lopen we wel wat minder hard, maar op dit moment is dat prima.

We horen dat onze naam wordt genoemd bij Londen VTS en melden ons met ons vaarplan. De verkeersleider klinkt opgelucht dat we ons melden, hij hield ons al een tijdje in de gaten. We worden kort daarna opgeroepen door een grote vrachtferry van Stena Line die ons aan stuurboord oploopt. Hij wil voor ons langs de diepwater route indraaien en vraagt toestemming om op 4 kabel (877 m) voor ons over te mogen lopen. Ik geef aan dat onze koers en vaart door de wind wordt bepaald en hij antwoord dat hij er 5 kabel van zal maken en zo ruim vrij zal lopen. Het is fijn dat we AIS hebben en goed gebruiken, als je elkaars scheepsnaam en type schip weet is de communicatie zoveel gemakkelijker! De oversteek van de shipping lane verloopt verder zonder problemen en na een kleine 2 uur zijn we vrij van de scheepvaartroutes.

We zeilen de nacht door langs de Long Sand en de Kentish Knock zandbanken en het grote windpark in Knock Deep met 175 windturbines en 630 MW capaciteit. Er lijkt geen einde aan te komen. We hadden ook meer beschutting verwacht van de banken, maar de zee heeft er geen boodschap aan, de korte maar stevige IJsselmeer achtige golven uit de Theemsmonding klappen regelmatig tegen romp en zwaard, we houden het regelmatig niet droog aan dek. We worstelen ons met stroom tegen richting Ramsgate, de snelheid loopt terug tot gemiddeld 3 knopen, goed dat we 3 uur op 3 uur af wachtlopen, de wachten duren lang onder deze omstandigheden.

Rond 06:00 uur is de wind wat gekrompen en zetten we de motor bij om hoogte en snelheid te houden en het volgende windpark te kunnen bezeilen. De krijtrotsen bij Margate komen in zicht en het klaart op, de laatste loodjes worden lichter. Als we in de luwte van de kust komen wordt het een mooie afsluiter van deze ruwe tocht. Het eindigt zoals we begonnen, met een zonnetje en een klein briesje lopen we Ramsgate binnen, het is rustig, we zijn het enige grote zeilschip en meren rond 09:45 uur Engelse tijd af aan de buitenkant van het ponton. Missie geslaagd, we zijn aan hogerwal en als het morgen zoals verwacht zuidwest 7-8 Bft wordt, kunnen we vlak onder de wal naar Queenborough. Maar eerst even lekker douchen, bijkomen in de hangmat en passagieren in Ramsgate.

Donderdag 22 augustus, wie gaat bakzeil halen? De wekker gaat om 07:00 uur en de wind loeit al door het want. De haven is nog mooi beschut, maar buiten zien we de witte koppen langsrollen in de zuidwestenwind. De stroom zal wat later gaan meelopen, maar we vertrekken op tijd, omdat we, als we de Swale in willen gaan, daar wel op tijd moeten zijn. We hebben 2 opties, of rond Isle of Sheppey naar de Medway, of door de Swale tussen Isle of Sheppey en de vaste wal door. De Swale is een getijderivier die bij laag water bijna helemaal droog valt op een klein geultje na (goed te zien op de satellietfoto hieronder).

Als we buiten komen hijsen we de fok om met bakstagwind langs de kust van Ramsgate naar Margate te zeilen. Op de windmeter meten we inmiddels 25-30 knopen (6-7 Bft) en overleggen hoe we straks onder de wal met de verwachte 8 Bft het beste zeil kunnen voeren. Het grootzeil kunnen we niet verder reven, met 7 Bft is dat goed, maar met 8 Bft hebben we eigenlijk een derde rif nodig. Daarnaast wordt de giek een gevaarlijk ding als je met harde bakstagwind en golven heen en weer slingert, dus die willen we dan liever aan dek in het reefijzer hebben liggen. Ik zeil regelmatig met jachten op zee, en die hebben voor zware storm vaak een trysail, een klein driehoekig zeil van zwaar doek dat in de plaats van het grootzeil in de sleuf van de mast gaat. In combinatie met een stormfok kan je dan heel veel hebben, ik heb zo zelf met 49 knopen wind (9 Bft) comfortabel van Engeland naar Nederland gevaren. Johannes zegt daarop dat hij hetzelfde ook wel heeft gedaan met een vliegend gehesen fok naast de mast op het skûtsje in smal vaarwater. We besluiten dit op de aak met de kleine kluiver uit te proberen.

Wij hebben geen sleuf in de mast, maar met de bakstag langs de mast strak omlaag aan het oog van de klauwval op dek, kunnen we wel een stag naast de mast maken waar de kluiver met leuvers aan vast kan worden gezet. Op die manier blijft de kluiver goed beheersbaar en vliegt hij niet klapperend rond. Zo proberen we het eerst uit met de fokkeval, maar dan krijgen we hem niet helemaal strak gehesen. Met de klauwval lukt het veel beter, ons ‘bakstagzeil’ staat nu als een huis met de schoot naar de achterste klamp en/of de achterbolder. Al gauw wordt de naam veranderd naar ‘bakzeil‘, en de vraag ‘Wie gaat bakzeil halen’ krijgt een nieuwe betekenis aan boord! Met een rif in de fok (voor het eerst in 10 jaar dat ik op de aak vaar dat ik dat meemaak) en het nieuwe ‘bakzeil’ lopen we met bakstagwind uitstekend en is ze perfect te sturen. De aak is niet loef- of lijgierig en we lopen met de toenemende bakstagwind zo ruim 5 knopen!

Bij de hoek van Margate sturen we langzaam op en al gauw blijkt dat we met halve wind met inmiddels 30-35 knopen wind (7-8 Bft) met deze tuigage ook uitstekend in balans zijn en nog steeds mooie snelheid lopen. We proberen nog wat hoger te sturen, wat wel gaat, maar dan loopt de snelheid wel flink terug, in volle zee word je dan door de golven weggezet. Wat gaat dit beheerst en mooi, op deze manier hebben we op volle zee een tuigage waarmee we ook met 8 Bft prima kunnen overleven en de mogelijkheid hebben om halve of ruime wind en uitstekend bestuurbaar een veilige haven aan te lopen of op open zee te blijven en vrij van banken of gevaarlijke kusten te zeilen.

Vervolg donderdag 22 augustus: Langs de kust bij Margate varen we tussen de banken, de vorige reis werden we hier door de bemanning van de Warber nog mooi op de foto gezet. Inmiddels meten we over dek vlagen met 40 knopen wind. De korte golfjes aan de hogerwal slaan stuk tegen de kop en worden als sproeiwolken verwaaid. We besluiten dat de Swale de beste optie is, de diepe Medway is stik in de wind en met stroom mee zal het daar een heksenketel zijn.

We moeten dan wel een stuk omhoog en varen op de motor recht tegen de harde wind de Whitstable Street in. Met flinke stroom mee en de wind recht tegen rollen er steile golfjes en dan buist de aak als een malle! Alles aan dek inclusief wijzelf worden kleddernat en zout, maar het loont. Als we de Swale invaren is het rustig, scheepjes liggen schuin op de kale mast, een rolfok hangt in flarden aan de voorstag, het waait echt hard!

We genieten van de Swale, het is een mooi beschut vaarwater. Met uitzicht over de glooiende Engelse velden, kreken en waddenachtige oevers vermaken we ons best. De geul is smal maar vanaf Milton Creek wordt deze snel breder en wordt het langzaam een zeehaven. Er liggen forse coasters bij de daar aanwezige recycling bedrijven, papierfabrieken en energiecentrales.

Als we op de Kingsferry Bridge afvaren komen we in de geul een grote coaster tegen. We passeren vlak langs de bank varend en als ik de Kingsferry Bridge daarna oproep krijgen we een tijdslot waarop hij gaat draaien. Een klein kwartiertje later varen we al door de brug en daarna hijsen we de fok en ‘het bakzeil’ nog even voor het laatste stuk en zeilen richting Queenborough. Om 16:50 uur leggen we aan het ponton van Queenborough aan. Het is rustig, we hebben wel een beetje mazzel, want het vooraf verzonden mailtje om te reserveren hadden ze niet gelezen…

Vrijdag 23 augustus: Voor de laatste etappe van Queenborough naar Londen vertrekken we rond 09:00 uur. Iedereen heeft diep geslapen en als we wakker worden is de lucht nog donker, staat er nog veel wind en verdwijnen de fabrieken en containerkranen aan de Medway in een dikke frontale bui. Met het laatste beetje stroom draaien we perfect uit op een achterspring vanaf lagerwal en varen we op de motor de Medway af achter de bui aan en de Swatch op. Het wordt bijna routine met deze alweer derde reis naar Londen.

Het weer wordt langzamerhand steeds vriendelijker en vanaf Gravesend kunnen de zeilpakken uit en breekt de zon steeds vaker door. Er is behoorlijk wat grote scheepvaart maar we scharrelen er mooi tussendoor. Bij Erith komen we een hele grote zwarte RIB tegen, ik zeg nog: ‘Lijkt wel militaire oefening’. Nadat ze ons passeren draaien ze bij en komen langszij, het is politie en ze komen onze paspoorten controleren. Het wordt een vriendelijk bezoek, ze maken zelfs foto’s van ons vanaf de RIB en zijn onder de indruk van onze mooie aak.

Om 15:50 uur meren we af aan de Hermitage Moorings waar bewoonster Anna ons dit keer op staat te wachten. Een leuk weerzien en warm welkom. Weer een oversteek met memorabele momenten, harde wind, een stoere crew met 2 nazaten van aakschippers maken het weer een prachtige ervaring!

‘s Avonds eten we met zijn allen in de pub ‘Town of Ramsgate’. Het wordt een gezellige avond en voldaan nemen we nog een laatste borrel aan boord van de aak met uitzicht op de verlichte Towerbridge en Shard.

Zaterdag 24 augustus: We ontbijten met het hele team en sluiten af met een persoonlijke noot en dankwoord voor iedereen. Als kers op de taart gaan we nog met laag water door de Towerbridge en scharrelen weer langs Dutch Mooring en Billingsgate. Altijd weer een mooie ervaring, alleen dit keer in de stromende regen. Een paar van de crew voor de terugvaart staan te fluiten aan de wal en maken foto’s.

Die middag verlaten de eersten de aak voor de terugreis naar huis en komen al wat nieuwe bemanningsleden aan boord. We zetten de tent erop want die middag en avond trekken er nog flinke buien langs met mooie luchten, de foto’s getuigen daarvan. Het uitzicht op de Towerbridge en Shard en de city vanaf Hermitage Moorings blijft magisch!